De voorspelling dat 2004 een beter jaar zou worden dan 2003 is deels uitgekomen: er is in de 23 belangrijke kantoorsteden twintig procent meer opgenomen dan in het voorgaande jaar, in totaal 1,3 miljoen vierkante meter. Echter, de Nederlandse kantorenmarkt maakte in 2004 een unieke situatie mee: zowel het aanbod als de opname steeg. Het aanbod in de 23 onderzochte kantorensteden steeg met elf procent tot 4,9 miljoen vierkante meter. Doordat zowel de opname als het aanbod stegen, bleef de verhouding tussen deze twee ongeveer gelijk: het aanbod is overigens vier keer zo groot als de opname. De magere economische groei zorgt ervoor dat twee verhuismotieven de boventoon voeren: concentratie en verplaatsing. Bij concentratie worden nogal eens activiteiten verplaatst vanuit een andere regio. Een goed voorbeeld hiervan is UWV, die dit jaar tienduizenden meters huurde in onder andere Zwolle en Utrecht om elders nog meer ruimte achter te laten. Bij verplaatsing gaat het vaak om een betere ruimte tegen een lagere prijs. In dit geval verhuist men eerder lokaal of regionaal.

Nieuwbouw
Een kenmerkend fenomeen voor het aanbod is de daling van het nieuwbouwpercentage daarin: van 35 naar 25 procent. Deze trend, die reeds enkele jaren terug is ingezet, komt voort uit enerzijds opname van nieuwbouw en anderzijds uit een zeer minimale toevoeging van nieuwbouw aan de voorraad. In veel steden is de voorraad nauwelijks toegenomen. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat er een zich steeds grotere basis vormt van oudere, incourante en moeilijk verhuurbare objecten. Voor deze projecten wordt vaak een herbestemming tot bijvoorbeeld wonen overwogen en hier en daar doorgevoerd. Gezien de kosten niet altijd een reële optie.