De heer C.P.C. Flipse over Het Nieuwe Bouwen:
"Wees goed en vertel het."
De heer C.P.C. (Kees) Flipse, voorzitter BouwNed Afdeling Zeeland.
Waarom bent u voorzitter geworden van BouwNed Afdeling Zeeland ?
Zoals met zoveel dingen in het leven is het geen vooropgesteld doel geweest. Het is begonnen met mijn lidmaatschap van het Jongerencontact (tot 40 jaar)
van het NVOB. Gewoon omdat ik van mening was en overigens nog steeds ben dat je daar als jonge ondernemer alleen maar je voordeel mee kunt doen. Op enig
moment werd ik daar gevraagd voorzitter te worden van de Kern Zeeland en als je daar "ja" tegen zegt, gaat de bal aan de rol. Ik kwam in de bestuurlijke
molen van de organisatie, zowel gewestelijk als landelijk. Een hele positieve ervaring. Je leert jezelf weer een beetje beter kennen: wat kun je en wat
wil je. Zo ben ik gewestelijk voorzitter geworden en nu dus, na de fusie tussen NVOB en VGBouw, afdelingsvoorzitter van BouwNed in Zeeland. Het is voor
mij geen roeping of zo, je doet het omdat je het leuk vindt, anders kun je de tijd die je moet investeren er niet voor vrijmaken.
Is het niet ondankbaar om een branche te vertegenwoordigen met zo'n slecht imago ?
Nee, integendeel zou ik bijna zeggen. Door de grote invloed van de media, is beeldvorming voor velen vaak hetzelfde als de werkelijkheid. Daar hebben we
ons slechte imago aan te danken. Het heeft dus geen zin dit te ontkennen en te verkondigen dat "men" het verkeerd ziet, ook al zijn veel factoren van
invloed op ons imago, die wij niet eenvoudig kunnen beïnvloeden. Het is dus zaak, dat de bouwbranche haar zwakheden onderkent en probeert te verbeteren.
Juist nu we in de schijnwerpers staan krijgen we de kans om te werken aan een goede reputatie.
Maar tussen de regels door zegt u toch dat het slechte imago niet, of niet helemaal terecht is ? Klopt dit ?
Ja, dat klopt. De bouw heeft haar slechte imago in mijn optiek vrijwel geheel te danken aan haar, volgens velen, gebrekkige bedrijfsproces, dus alles wat
te maken heeft met hoe een bouwwerk tot stand komt, van prijsvorming tot en met de oplevering. De prijs/kwaliteitsverhouding van het eindproduct echter, is
veelal goed. De waardering voor het eindproduct neemt meestal toe met het verstrijken van de jaren evenals de economische waarde. We moeten ons dus in ons
verbetertraject concentreren op het bouwproces. En dan denk ik met name aan een betere afstemming van vraag en aanbod.
Hoe ziet u dat dan ?
Neem als uitgangspunt de bekende gang van zaken in de bouw. De opdrachtgever heeft een aantal wensen en laat deze in de regel door een architect vertalen in een
passend ontwerp. Vervolgens wordt tegen hoge kosten een nauwkeurige vraag geformuleerd (bestek en tekeningen) en met deze vraag gaat de opdrachtgever de markt op.
De vraag wordt tegen hoge aanbiedingskosten door een aantal inschrijvers beantwoord en het werk wordt aan de laagste inschrijver gegund. De risico's van de uitvoering
komen vervolgens voor een belangrijk deel terecht bij deze inschrijver.
Wat is daar dan mis mee ?
Op het eerste gezicht niets, maar deze procesgang heeft tot gevolg, dat de aannemer, binnen de minimale financiële marges die hem nog ter beschikking staan, zich automatisch
gaat beperken tot "slechts" het beantwoorden van de vraag. De kwaliteit van dit antwoord wordt dus mede bepaald door de kwaliteit van de vraag. Onverwachte meerkosten voor de
opdrachtgever zijn vaak een gevolg en de onvrede hierover komt, veelal onterecht, op het bord van de bouwer.
Hoe kun je dit voorkomen ?
Kijk, zoals het nu gaat wordt de aannemer vaak in een dienende rol geduwd. Tegen lage marges moet worden uitgevoerd wat is voorgeschreven met inbegrip van alle uitvoerings- en
garantierisico's. Daar gaat het mis. De aannemer wordt formeel verantwoordelijk gemaakt en het gaat er juist om, dat hij zich als een automatisme verantwoordelijk voelt. Dat
bereik je door de aannemer tegen een redelijke vergoeding mede verantwoordelijk te maken voor de technische uitwerking van de bouwplannen. Innovatief te werk gaan wordt een
concurrentiemiddel : meedenken in oplossingen tijdens het ontwerpproces kan leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen in uitvoering en gebruik. Maar ook het formuleren van
vraag en antwoord wordt aanzienlijk goedkoper. Het belangrijkste gevolg misschien nog wel : de bouwer neemt door zijn inspanningen een deel van de risico's van de opdrachtgever
weg. Negatieve emoties worden vermeden en positieve emoties worden toegevoegd.
U zegt: bouwen kan goedkoper, innovatiever en met minder risico's voor de opdrachtgever. Wie kan daar nu tegen zijn ?
Niemand, alleen het vraagt een totaal andere houding van de betrokken partijen. Niet meer alleen op een scherpe prijs vooraf gefixeerd zijn, maar zoekend naar gezamenlijk nut
(voordeel en winst). Niet tegenover elkaar staan in de onderhandeling, maar rekeninghoudend met ieders belangen, zoeken naar een optimaal resultaat (prijs en kwaliteit) voor
alle partijen.
En dat heeft dan weer met vertrouwen te maken ?
Ja, soms is het makkelijker om elkaar als tegenstander te zien dan als partner. Aannemers willen graag partner zijn in het bouwproces. Dat moeten we als branche ook willen
als we in de huidige ambitieuze markt nog een serieuze rol willen spelen. Het is aan ons om aan de opdrachtgever te laten weten welke kennis en ervaring we allemaal in huis
hebben; "Wees goed en vertel het".
|