Outsourcing naar lagelonenlanden

Steeds meer bedrijven doen aan 'outsourcing'. Ze besteden productie of IT-services uit naar het buitenland.
Nederlandse bedrijven kunnen zich hierdoor richten op hun 'core-business' en zijn geen kostbare tijd meer kwijt
aan zaken die toch niet tot hun kerntaken behoren. Efficiency vergroot hierdoor. De loonkosten zijn in Polen,
Hongarije, Bulgarije, India en China stukken lager.
Productiemedewerksters in de fabriek in Bulgarije maken suikerspinnen voor het Roosendaalse bedrijf
Funsweet International
De 21-jarige Lata Mulani werkt in India bij een Amerikaanse multinational. Samen met 170 collega's verricht ze vanuit
het kantoor in Jaipur werkzaamheden voor de verschillende landen waar de multinational vestigingen heeft. In het land
dat geassocieerd wordt met armoede en bureaucratie is het vierenhalf uur later dan de Nederlandse wintertijd. De klant
merkt hier niks van. De toegewijde medewerkers werken immers op dezelfde tijden als hun Europese of Amerikaanse collega's.
Dit betekent dat de werknemers, die verantwoordelijk zijn voor de Amerikaanse portfolio 's, nachts werken. Maar de Indiërs
klagen niet, ze werken 45 uur per week en volgen daarnaast vaak nog een universitaire studie, want ze zijn erg gemotiveerd
en willen hogerop komen. Ze spreken Hindi, maar omdat India lange tijd een Britse kolonie is geweest, is hun Engels perfect.
Nederlandse bedrijven die willen outsourcen kunnen ervoor kiezen om de producten door een lokaal bedrijf te laten fabriceren
of om zelf een dochteronderneming in het buitenland op te richten. Productiewerk verschuift naar Polen, Rusland, Bulgarije,
Hongarije, India of China. IT-services gaan veelal naar India of China. Door taken te verplaatsen naar andere landen kunnen
de Nederlandse bedrijven zich richten op de kerntaken, efficiency verhoogt hierdoor. Minder kopzorgen voor de Nederlandse
ondernemer dus, die processen niet meer hoeft te managen en die geen dure investeringen meer hoeft te doen. Vaak betaalt de
ondernemer minder aan salarissen en profiteert daarnaast van de verschillende subsidies.
Drie tot vier weken later werken we vanuit India
Ganesh Kota is business development Manager bij iGATE in Amsterdam. Dit bedrijf regelt outsourcing van IT-activiteiten naar
India en heeft klanten als IBM, Philip Morris en General Electric (GE). Ganesh heeft de Indiase nationaliteit en bezoekt
bedrijven in Nederland die willen outsourcen: "De belangrijkste beweegreden van onze klanten is het kostenaspect. Een
professionele IT-specialist verdient in Europa 40.000 euro per jaar. In India verdient dezelfde persoon 6.000 euro. De
medewerkers zijn uitstekend opgeleid. Ik geef presentaties bij bedrijven die willen outsourcen. We zetten dan een klein
project op, zodat de ondernemer ziet hoe we werken. Zijn de resultaten voldoende dan kunnen ze besluiten hun hele IT-afdeling
aan ons over te dragen. Drie tot vier weken later werken we vanuit Zuid-Azië. Veel bedrijven uit Engeland en de USA werken
al met India, wat natuurlijk goed is voor de economie van dit overbevolkte land. De overheid investeert weer in infrastructuur
en onderwijs, zodat we ook in de toekomst concurrerend blijven. China is momenteel onze grootste concurrent."
China is in opmars
Maaike Tjebbes directeur van Demetra, een bureau dat bedrijven adviseert die willen outsourcen naar China: "China is inderdaad in
opmars, in dit land zijn net als in India de lonen laag. Fabrieken bevinden zich in de regio van de steden Shanghai en Gaungzhou.
Momenteel zie je dat deze meer het binnenland intrekken, omdat daar de salarissen nog lager zijn, waardoor ze nog beter kunnen
concurreren. China is al jaren goed in de productie van textiel, elektronica en premiumgoederen, maar is de laatste tijd ook over
gegaan op complexere productie. Ze maken nu ook allerlei soorten metaal, auto's, computers en schepen. Ik denk niet dat China zo
sterk kan zijn op IT-gebied als India op dit moment is, simpelweg vanwege de taalbarri�re. Op het vlak van hardware productie zijn
ze daarentegen juist wel heel sterk en Microsoft bijvoorbeeld is een grote investeerder in China, ondanks het feit dat er in het
verleden veel software gekopieerd is en ze op dit gebied in China een slechte reputatie hebben."
Niels de Lange, mede-eigenaar van Funsweet International, een bedrijf dat suikerspinnen en springkussens maakt, heeft twee fabrieken
in Bulgarije. Vanuit de vestiging in Roosendaal stuurt Funsweet International de activiteiten aan. Vooral e-mail en internet hebben
de communicatie vergemakkelijkt. De Lange: "Loonkosten en het grote aanbod van flexibele arbeidskrachten waren voor ons de belangrijkste
factoren om naar Bulgarije uit te wijken. Momenteel hebben we 35 Bulgaren in dienst, taal- en cultuurbarri�res zijn de grootste problemen
waar we tegen aanlopen. Door de communistische achtergrond van het land zijn de medewerkers niet gewend zelfstandig beslissingen of
initiatieven te nemen. Hun mening is immers nooit gevraagd. Ook zijn de hygiëne-eisen erg hoog en regelmatig wordt gecontroleerd of
we de regels naleven."
Snelheid en slagvaardigheid nemen af
Om zo concurrerend mogelijk te blijven, moet Nederland de productiekosten zo laag mogelijk houden. Hiervoor is outsourcing noodzakelijk.
Toch nemen snelheid en slagvaardigheid van het Nederlandse bedrijf af, omdat de communicatielijnen langer zijn dan met het eigen personeel.
Je gaat niet zomaar naar China of India om even een proces te veranderen. Niels de Lange is het hiermee eens, voor hem is het soms ook
omslachtig dingen vanuit Nederland op te lossen. Misschien is dit wel de reden dat hij het afgelopen jaar 106 dagen in Bulgarije vertoefde:
"Wanneer snel ingrijpen gewenst is, zit ik toch 2000 kilometer van de fabrieken vandaan. Zo had ik laatst een probleem met de toelevering
van stroom en moest direct naar de lokale gemeente om te overleggen, maar ik was in Nederland. Zonder stroom stagneert de productie, dus ik
moest van hier uit een oplossing vinden om mijn mensen aan het werk te houden. Dan is het soms wel moeilijk dat je de afstand moet overbruggen."
Andere nadelen van outsourcing zijn dat kennis verloren gaat in Nederland, vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie wordt uitgewisseld
en vaak zien we lagelonenlanden als onstabiel: natuurrampen en oorlogen liggen eerder op de loer dan in ons eigen Nederland.
Het Nederlandse bedrijf verliest de controle over de werkzaamheden, de leverancier is immers moeilijk te controleren. Deze kan de prijzen gaan
verhogen, waardoor de verkoopprijzen uiteindelijk ook omhooggaan.
Nu wijken rijkere landen uit naar de lagelonenlanden, maar er komt een moment dat de armere landen zelf ook productieprocessen kunnen leiden.
Niels de Lange is van mening dat de lagelonenlanden vruchten plukken van het Europese management: "We brengen niet alleen werkgelegenheid, maar
ook knowhow en gewoontes zoals ondernemersschap en teambuilding." Maaike Tjebbes is het hiermee eens: "Ik denk wel dat outsourcing onvermijdelijk
is. Wij zijn in Nederland zeker niet goedkoop dus zullen wij onze toegevoegde waarde op een ander vlak moeten vinden.
Misschien ligt die toegevoegde waarde op het vlak van research and development (R&D), maar de universiteiten in China zijn van een goed niveau.
Het kan dus zijn dat ze dit in China in de toekomst ook kunnen."
|